1. Je moet nog maar denken aan hardlopen en je krijgt al een hartaanval.
2. Er zitten spinnenwebben in je sportschoenen.
3. Sporten is voor jou: rennen om de metro te halen!
4. Je fitnessabonnement zit nog in je portefeuille, maar is wel verlopen sinds 2007.
5. Trx, intervaltraining, planking... Dat zijn toch knutseltermen?
6. Het etiket zit nog aan je sportbeha (die je vorig jaar hebt gekocht).
7. Sport, dat is op televisie naar de Olympische Spelen kijken.
8. Je hebt zoveel mentaal geskied/gelopen/gesprongen/gezwommen dat je spierpijn hebt.
9. In 1999 heb je een tienbeurtenkaart in het zwembad gekocht. Er schieten nog 9 beurten over.
10. Candy crush, dat is toch ook sport?
11. Als je je bus hebt gemist en je 4,35 minuten hebt moeten stappen, moet je een goed uur bekomen.
12. Vaak ben je zelfs buiten adem na een afdaling met de fiets.
13. In het middelbaar had je al elke week je regels op het uur van lichamelijke opvoeding.
14. Als er groepen gevormd werden, schoot jij altijd als laatste over.
15. Stretchen? Tuurlijk, elke ochtend!
16. Je gympakje staat je beeldig om in de zetel te zitten!
17. Je hebt een supergoed boek "Sport voor luieriken", maar het zit wel nog in de verpakking.
18. Vrijen, dat is toch ook sport he?
19. De laatste keer dat je de trap hebt genomen in plaats van de lift (of de roltrap), zat je nog in het middelbaar.
20. Je krijgt krampen als je je kat moet dragen.
21. Je snapt echt niet waarom sommige mensen het leuk vinden achter een bal aan te lopen.
21. Maar elke dag, houd je je voor dat je morgen (of misschien overmorgen) gaat beginnen (echt waar!).
Ondek ook:
> Sport: tips voor meer motivatie!
> Joggen voor beginners: onze tips